Opdrachtgevers en opdrachtnemers (zzp’ers) hebben graag zekerheid over de arbeidsrelatie die ze met elkaar aangaan. Tot 1 mei 2016 kon dit met de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Sinds 1 mei 2016 is deze vervangen door de Wet DBA. Deze wet heeft niet de duidelijkheid en rust gebracht die hij moest brengen. Het kabinet heeft daarom besloten de wet te vervangen.
Daar zou de VBAR, een nieuw wetsvoorstel (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden), verandering in moeten brengen. Mocht deze wet erdoor komen, dan is de geplande invoering in 2026. Het doel van de VBAR is schijnzelfstandigheid te voorkomen en echte zelfstandigen te beschermen. Een belangrijk punt is dat de verantwoordelijkheid voor de beoordeling van de arbeidsrelatie bij de opdrachtgever komt te liggen. Verder gaat dit wetsvoorstel uit van een minimum uurtarief van € 33,- per uur ex BTW. Dit betekent dat in dit wetsvoorstel een uurtarief lager dan EUR 33,- kan wijzen op een verkapt dienstverband. Met duidelijkere regels kunnen werkgevers en werkenden zich beter houden aan de regels. En kan de Belastingdienst hier beter op handhaven.
Opdrachtgevers en zzp’ers zijn samen verantwoordelijk voor de arbeidsrelatie die zij met elkaar aangaan. Zij moeten ervoor zorgen dat er duidelijkheid is over hun arbeidsrelatie. En dat er niet eigenlijk sprake is van loondienst. Dus dat betekent dat er sprake kan zijn van schijnzelfstandigheid. Gaat een zzp’er voor een opdrachtgever werken? Dan moeten zij samen bepalen of er sprake is van loondienst (een dienstbetrekking). In veel gevallen is het duidelijk dat hiervan geen sprake is.